Wat kun je vinden in dit artikel?
Wat heb je nodig om te beginnen met haken?
Hoe kan je een haakpatroon lezen
Hoe herken je de haaksteken
Algemene informatie
1. Wat heb je nodig om te beginnen met haken?
Tijdens het haken heb je van alles nodig, maar wat is dat nu eigenlijk? Hieronder benoem ik een aantal handige benodigdheden voor je. Deze gebruik ik zelf echt heel veel. Zowel voor de handigheid als voor gemak. Want haken is ontspanning, onderzoek wijst het echt uit. En ontspanning komt alleen als je het jezelf ook gemakkelijk maakt.
Opbergtasje
Een opbergtasje, daar kun je er niet genoeg van hebben. Deze is daarentegen wel heel bijzonder want dit is mijn 2 bedrijven bij elkaar. Aan de binnenkant heb ik een groot vak voor alle bollen haakgaren en onderdelen die al klaar zijn. Ook de haaknaalden kunnen aan de zijkant weggestoken worden, zodat ik ze op elk gewenst moment kan pakken.
2. Haaknaalden, waar mag je op letten
Een haaknaald is persoonlijk, ik benoem even de meest verschillende en die ik veel gebruik. Het is persoonlijk omdat we allemaal andere handen hebben en wat jij lekker vindt vasthouden, hoeft voor mij of een ander helemaal niet fijn te zijn.
Even een waarschuwing vooraf! Gebruik altijd dezelfde haaknaald voor een project. Ook al heeft de haaknaald hetzelfde nummer, je zal er anders mee gaan haken, omdat de vorm ervan net even wat anders is. Schakel je halverwege een project over van het ene merk naar het andere dan zou het zomaar kunnen dat je steken er losser, vaster of geheel anders uit kunnen gaan zien. Op letten hiermee!
Een haaknaald bestaat uit keel, schacht, grip & handvat . Die haaknaald is veelal gemaakt van staal of ijzer. Bij een wat dikker handvat heb je meer om vast te houden en net wat meer grip.
Maten
De meest gebruikte haaknaalden hebben de volgende maten: 1,5mm tot 12mm, steeds verspringt de maat 0,5mm.
De schacht is de plek achter de kop van de naald, die niet verder dunner wordt naar de punt toe. Dit is de plek waarmee je de maat van de naald bepaalt. De dikte van de schacht is de maat van je haaknaald in mm.
De keel is het stuk voor de schacht en na de effectieve kop van de haaknaald. Bij sommige types haaknaalden is deze wat dunner dan de schacht. Het is de plek waar de lus het eerst op valt.
De groef is de inkeping die gemaakt is in de haaknaald om een haakje te creëren. De vorm van de groef bepaalt hoe de haaknaald de draad zal ‘vasthouden’. Bij de ene haaknaald is die groef wat dieper of dikker dan bij de andere.
De punt van de haaknaald is de voorkant van de naald, geheel aan het uiteinde van de kop. Met de punt duw je de haaknaald door je project heen. De ene haaknaald heeft een rondere punt, terwijl de andere een meer spitse punt heeft. Deze laatste zorgt er een beetje voor dat de haaknaald net wat makkelijker door de steken heen glijdt.
Handvat
We kennen (bijna) allemaal die smalle grijze haaknaalden van Prym. Die zijn heel smal en als je een beetje kracht zet heb je een deuk in je duim zitten. Hier ben ik ook mee begonnen… Toen ik meer en meer ging haken, ben ik op zoek gegaan naar dikkere handvatten om de steel heen. En de kleurtjes zijn ook wel heel erg leuk en mooi. Maar dat terzijde. De maat staat bijna altijd aangegeven in het handvat van de naald zelf. Dat kan er op verschillende manieren in gezet zijn: gebrand, gekerfd of gedrukt.
De punt, groef, keel en schacht vormen samen het voorste deel van de haaknaald. Zij komen constant in contact met de draad. De vorm ervan zal bepalen op welke manier de draad door de lus wordt getrokken. Je kunt denken dat dit eigenlijk het belangrijkste deel van de haaknaald is. Toch is dat niet helemaal zo. Een haaknaald die niet lekker in je hand ligt zal nooit heel fijn werken, hoe geweldig de kop ook is… Het handvat is daarmee net zo belangrijk.
Vroeger haakte men altijd met een recht, metalen handvat. Denk maar eens terug aan die haaknaalden van oma van Prym. Er werd niet heel veel aandacht besteed aan het handvat. Nu hebben steeds meer haaknaalden een ergonomische softgrip. Het handvat is dikker dan de rest van de haaknaald. Dit zorgt ervoor dat je hand de haaknaald niet hoeft te omklemmen, waardoor je meer ontspannen kunt haken. Hierdoor kun je langer en comfortabeler doorhaken. De vorm van een handvat kan variëren. Welke het beste is voor jou, is en blijft uitproberen.
In het blog haaknaalden, wat zijn de verschillen, ga ik nog dieper in op de verschillen in de haaknaalden.
3. Haakgaren en het lezen van het garenlabel
Koop je garen, dan zit er altijd een label om het bolletje garen. “Kijk goed naar kleur én verfbad”. Dat hoorde ik alle handige dames om me heen zeggen toen ik klein was. Let op hé, zij waren handig, ik toen (nog) niet. Maar dat gezegd hebbende, heb je het label van je bolletje garen wel eens van dichterbij bekeken?
Ik ging voor mijn Draagmama garen kopen en toen vielen me een aantal dingen op, op het label zelf. En ik hoorde de stemmen van die andere handige dames in mijn hoofd… Heb jij het wel eens goed bekeken?
Zullen we samen eens kijken?
De basisdingen zoals een streepjescode zijn voor ons niet heel belangrijk… Die laten we even voor wat het zijn.
Het gaat mij vooral om de codes en andere handige dingen die erop staan.
Allereerst wat staat erop, check even mee op de foto:
- Kleurcode 00206
- Verfbadcode 21774292
- EU
- Haakbolletje met nummer erin
- 2,5 – 3,5 mm
Kleurcode 00206 (Honing)
Dit is de code van de kleur die je in je handen hebt. In alle haakpatronen staan dit soort codes. Soms zijn de namen zo lang dat het makkelijker is om een code te gebruiken. En een code is universeler. Zo kan het overal in de wereld verkocht worden.
Verfbadcode 21774292
Het garen wordt gemaakt en daarna wordt het gekleurd. Dat betekent dat ze het garen met een kleur bij elkaar doen in een groot ‘bad’ en daar komt een grote partij bollen uit. Zeker als je een deken, knuffel of iets anders groots met meerdere bollen gaat maken is het verstandig om hierop te letten. Als de codes gelijk zijn, komt het uit hetzelfde verfbad en zie je (bijna) geen kleurverschil. Is het niet uit hetzelfde verfbad dan kan je kleurverschil hebben. Als je gemêleerd werkt is dat bijna niet te zien, maar werk je met een knuffel en komen de kleuren bovenop elkaar dan ga je dit wel degelijk zien. En dat is echt heel jammer.
EU
- Hoe heet kan je het garen wassen;
- Bleken is niet mogelijk;
- Het garen mag niet in de droger;
- Het garen kan gestreken worden, tot 150 gr;
- Gewone reiniging is mogelijk.
In het bolletje garen zie je een cijfer staan, in dit geval 2. Dat is de dikte van het garen. 2,5mm-3,5mm is de haaknaalddikte die je het beste kunt gebruiken. Hier geldt dat ook alle tussenliggende maten haaknaalden gebruikt kunnen worden. We haken nou eenmaal niet allemaal even strak.
Het vierkantje onderin met de maten ernaast is een voorbeeld van een proeflapje. Dit wordt vaak aangeraden om te maken als je een deken of een knuffellapje gaat maken. Bij het maken van een knuffel doe ik dat zelf eigenlijk nooit, het is helemaal niet leuk om te doen. Als je dit wel wil gaan doen, kijk je naar de R (rijen) en de cm’s. 36R is 10cm en dan kloppen je maten en kun je aan de slag met haken.
Wil je meer weten over garen waarmee je kan haken lees dan het blog: Welke garen gebruik je voor haken waar ik er dieper op in ga.
4. Hoe kan je een haakpatroon lezen
Lees een haakpatroon altijd helemaal door. Dan weet je of het patroon helemaal compleet is. Niets is vervelender dan dat je bijna klaar bent en net die laatste bladzijde of belangrijke informatie mist. Bovendien weet je dan wanneer je welk onderdeel van je project nodig hebt.
Bij de meeste (oudere) haakpatronen begin ik altijd aan het einde. Daar staan de accessoires en andere kleine onderdelen, zoals armen en benen, daar heb je er ook vaak meerdere van nodig. Je kunt deze het beste éérst maken. Kun je ze gelijk mee vasthaken in plaats van achteraf vastnaaien. Er staat vaak wel vermeld bij welke toer je het vast kan maken.
5. Proeflapje haken; ja of nee
Waarom maken we een proeflapje? Dat is om te kijken naar het volgende: Hoe verhouden de steken, de dikte van het garen en de haaknaald zich tot elkaar.
Als je een beginner bent met haken is het handig om zo verschillende steken te oefenen en te leren kennen. Niets mis mee! Zo krijg je gevoel met het garen, de haaknaald, de combinatie van die twee en het ritme van het haakpatroon.
Ben je al een gevorderde haakster/haker en ga je een nieuwe steek uitproberen dan is het wel handig om een proeflapje te maken. Ook hier leer je de steken op je gemak en kun je het gevoel van het ritme krijgen.
6. Beginnersfoutjes/uitdagingen
Alle begin is lastig en moeilijk, het is oefenen, oefenen, oefenen. Foutjes maken hoort erbij en van proberen kun je leren. Ik heb ze ook gemaakt, geen zorgen. Bij het haken haak je door beide lussen, zo net door het gaatje wat er bij de steek eronder ontstaat.
Als je toch een keertje door een lus heen moet gaan, voor diepte en een mooi effect staat dit in het haakpatroon vermeld. Dan staat erbij: achterste lus of voorste lus.
7.1 Te strak
Dit staat echt bovenaan het lijstje met beginners-uitdagingen. Je blijft maar trekken aan je draad, het wordt strakker en strakker. En dan past je haaknaald niet meer door de te strakke gaatjes van de vorige toer. Je krijgt ze er gewoonweg niet meer doorheen geduwd, ook heeft je creatie totaal geen vorm meer. Dit is echt gevoel krijgen voor de combinatie van de haaknaald, draad en creatie die je aan het maken bent. Het is belangrijk om bij elke steek het garen iets te laten vieren en dat je er zelf lekker ontspannen bij zit. Blijft het te strak? Probeer dan eens om iedere steek wat langer te trekken of pak een volgende/grotere maat haaknaald.
7.2 Te los
Te los is het tegenovergestelde van te strak haken… Als je zelf al wat te strak haakt, nu je weet hoe je dat doet, loop je het risico dat het nu te los wordt. Het is even oefenen om het juiste ritme te vinden om dit niet te strak en te los te haken.
8. Hoe herken je de steken?
Voor een beginnende haakster/haker is het herkennen van de volgende steek best even wennen. Het kan zomaar zijn dat je per ongeluk twee keer in dezelfde steek/vaste insteekt of dat je een steek/vaste overslaat… Ga rustig door met oefenen, de aanhouder wint. Nu is het nog een wirwar van draadjes en gaatjes, maar met de tijd wordt het een samenhang van steken. Kijk maar eens op de bovenkant van je creatie, elke steek is een V’tje. Samen vormen ze een mooie vlecht, soort van dan.
9. Welke steken gebruik je veel?
Om een amigurumi knuffel te maken haak je in toeren en niet in rijen. Rijen gebruik je vaak bij dekens.
Toeren
De toeren haak je achter elkaar door. Je sluit niets af, totdat er afhechten staat. Markeer de 1e steek met een steekmarkeerder of met een touwtje dat je meehaakt, zo weet je altijd waar je toer begint en eindigt. Leg je je werk heel even weg dan kun je deze steekmarkeerder ook gelijk gebruiken om je werk veilig weg te leggen. Steek dan de lus van de laatste steek door de steekmarkeerder en sluit deze af.
Rijen
Dit haak je niet achter elkaar aan, maar heen en weer. Met elke keer een keerlosse aan het eind. Deze keerlosse geeft je ruimte om je werk óm te draaien naar de andere kant. Doe je dit niet, dan trekt het werk krom.
Het meehaken van de overgebleven aantrekdraad scheelt je wegwerk-werk. Heb je de benodigde aantal vaste, trek dan het draadje aan. De volgende toer haak je dit draadje gelijk mee. Haal de lus op voor de volgende vaste, leg het draadje op je werk en maak de vaste af.
Heb je meer steken nodig, kijk dan op Afkortingen en Uitleg daar staan ze allemaal op een rijtje. Kun je ze nog eens rustig doorlezen als je bezig bent.
10. Meerderen en minderen
Om een mooie Amigurumi knuffel te krijgen heb je een mooie ronde vorm nodig. Dit doe je door systematisch een bepaald aantal steken erbij te doen met elke toer of rij die je haakt.
Meerderen: Haak 2v in één en dezelfde vaste.
Minderen: Is het samenhaken van 2 steken. Dit is het mooiste en minst zichtbaar.
- Ga door de voorste lussen van de 2v die je samen gaat haken
- Haal de draad mee terug
- Sla de draad om je naald en haal deze draad door alle lussen op je haaknaald en maak de vaste af.
Heb je meer steken nodig, kijk dan op Afkortingen en Uitleg daar staan ze allemaal op een rijtje. Kun je ze nog eens rustig doorlezen als je bezig bent.
11. Wisselen van kleur
Zoals bij bijvoorbeeld de Draagmama kun je in de jurk ook strepen maken. Bij het wisselen van de kleur in de strepen met groen en crème kleur garen wil je dat het zo min mogelijk zichtbaar is. Helemaal ontkomen doe je er niet aan, maar het minst zichtbaar is als volgt:
Hou de volgende kleur in de buurt. Bij de laatste vaste van de vorige toer maak je de vaste niet helemaal af.
- Haal de draad door het gaatje, trek de draad terug; nu heb je een lus. Leg nu de volgende kleur op je haaknaald en haal hiermee de volgende lus op met je haaknaald. Haal de draad door beide lussen. Nu ligt je volgende kleur als V bovenop.
- Het meehaken van de overgebleven kleurwisseldraad, scheelt je wegwerk-werk.
Bij de volgende toer haak je deze draden gelijk mee. Haal de lus op, leg de draden op je werk en maak de vaste af. Vervolg dit tot het einde van de draden. Aan het einde van je project zie je er niets meer van.
12. Steken(door)tellen
Tellen is wat we doen met haken. Elke toer of rij weer. In elke toer zit een herhaling, meestal de tafel van 6, soms ook de tafel van 3 of 9.
Even de toer ontleden: [Haak 1v, 2v in de 2e v, 1v] x6 = 24
Wat staat hier precies? Er staat eigenlijk wat je moet doen en hoe vaak. Maar hoe lees je dat?
- 1v betekent haak 1 vaste (soort steek) in de 1e vaste van je werk
- 2v in de 2e v betekent haak in de 2e vaste van je werk 2x een vaste. Je hebt dan 2 vaste steken in één en dezelfde steek.
- 1v betekent haak 1 vaste in de 3e vaste van je onderliggende toer.
Dit alles bij elkaar opgeteld zijn 4 vaste steken, want in de 1e zit er 1, in de 2e zitten er 2 en in de 3e zit er 1. 1+2+1=4.
Doe je dit x6 dan heb je in die toer 24 vaste steken zitten, want 4×6=24. Zo weet je hoeveel steken je hebt en waar je je mindering of meerdering moet doen.
Maar er lopen ook nog andere mensen en soms dieren in huis en die maken je nog wel eens van de wijs… Bij kleine aantallen is dat geen probleem, je kunt even je werk terugpakken en opnieuw tellen. Maar bij grotere aantallen kan dat nog wel eens lastig zijn. Dit maakt dat ik altijd doortel.
Je vraagt je af wat ik hiermee bedoel. Ik ga je meenemen in mijn doortellen. De toer is als volgt: [Haak 4v, 2v in de 5ev, 4v] x 6 = 60.
Tel als volgt: 1,2,3,4, 5&6, 7,8,9,10, zo kun je altijd zien waar je bent en wat je actie mag zijn.
Dit werkt voor het minderen of samenhaken van steken ook.
Voorbeeld toer: [Haak 4v, 5&6 samenhaken, 4v] x6 = 54. Tel als volgt: 1,2,3,4, 5&6 samenhaken tot 1v, 7,8,9,10.
Zo kun je bij steek 10 even ademhalen, snoepje eten, slokje thee nemen, naar een verhaaltje luisteren en nog veel meer.
Daarna ga je weer fris en fruitig verder met de volgende 10 steken.
13. Afhechten en draad wegwerken
Hecht af en werk de draad weg. Is vaak wat er staat… Maar hoe doe je dat nu eigenlijk.
Afhechten doe je aan het einde van je creatie. Als je alle toeren of rijen gehad hebt maak je nog een halve vaste en dan knip je de werkdraad door. Houd een lange draad over want je bent nog niet helemaal klaar. De lange draad die los komt trek je door de lus heen en trek je vast. Zo laat je creatie niet los. Nu ligt het eraan wat voor creatie je gemaakt hebt:
- Bij bijvoorbeeld een hoofd of een ander onderdeel wat je afsluit met een dicht rondje van 6 vaste. Steek de overgebleven draad met een stopnaald door de voorste lussen van de laatste 6vaste van je werk en trek de draad voorzichtig en goed aan. Steek de draad die nu nog over is terug door het midden van de ring door het hoofd door naar binnen. Heb je dan nog draad over? Knip dat af en zorg dat er geen draad meer te zien is. Doe dit afknippen niet te kort, dan loop je het risico dat je werk, met de tijd loslaat…
- Bij bijvoorbeeld een muts of een ander onderdeel dat je openlaat steek je de draad weer terug door de laatste toer van je werk. Tussen de V’tjes door. Zo zie je de afwerkdraad niet en kan het niet gemakkelijk losraken tijdens het gebruiken van je gemaakte project.
14. Vertaalschema voor de Engelstalige steken
Heb je (eindelijk) een haakpatroon gevonden, is deze in een andere taal dan Nederlands. Vaak zijn ze in meerdere talen beschikbaar, maar mocht dit niet het geval zijn dan mag je zelf aan de slag om het te gaan vertalen. Let er even goed op welke taal je te pakken hebt. Zoals je in het kleine vertaalschema hieronder kunt zien zit er nog wel wat verschil in of je een Britts Engels of een Amerikaans Engels haakpatroon hebt.
Nederlands | Britts Engels | Amerikaans Engels |
Magische Ring | Magic ring | Magical Ring |
Losse | Chain Stitch (ch) | Chain Stitch (ch) |
Halve Vaste | Slip Stitch (Sl.st.) | Slip Stitch (Sl.st.) |
Vaste | Double crochet (Dc) | Single Crochet (Sc) |
Stokje | Treble (Tr) | Double crochet (Dc) |
Half stokje | Half Treble (Htr) | Half double crochet (Hdc) |
Dubbel stokje | Double Treble (Dtr) | Triple crochet (Trc) |
15. Auteursrecht
Op alle Design geeft Plezier haakpatronen (incl. de gratis haakpatronen), instructies en foto’s rust copyright en auteursrecht en deze mogen niet voor commerciële doeleinden gebruikt worden. De haakpatronen mogen niet gedeeld, vertaald, gekopieerd, gepubliceerd en/of (door)verkocht worden.
Neem hiervoor contact op met Design geeft Plezier. Ook publicatie van de haakpatronen op internet of elders is niet toegestaan. Alle haakpatronen zijn alléén voor persoonlijk gebruik. Door het kopen van een haakpatroon van Design geeft Plezier vervallen de copyright en auteursrecht niet.
Maar wat staat hier nu eigenlijk? Eigenlijk is het heel simpel, ik ontleed het een beetje.
- Wat mag wel?
Je mag het haakpatroon kopen en de inhoud ervan maken (ook meerdere keren!) en gebruiken voor jezelf.
- Wat mag niet?
Je mag het haakpatroon en de inhoud ervan niet doorgeven aan je vriendin, buurvrouw of delen in een groep op sociale media. Zij mogen het haakpatroon zelf kopen op de betreffende website.
16. Waar vind je de haakpatronen?
Die vind je op internet, logisch antwoord, maar laten we het iets specifieker maken. Je vindt ze bij mij op de website bij Haakpatronen. Het ligt er helemaal aan welke voorkeur je hebt. Maak je graag Amigurumi poppen dan zit je bij mij op de website goed. Maak je liever kleine traktaties? Deze kun je vinden via de verschillende Facebookgroepen, veelal zijn ze gratis. Maak je liever grotere en echte dierenknuffels dan is Het Haakbeest echt iets voor jou. Of via Pinterest , hier moet je veelal vaker en verder doorklikken om bij het echte haakpatroon te komen. Of Etsy en Ravelry, voor deze twee kan het mogelijk zijn dat je een creditcard nodig hebt omdat het om Internationale verkoopwebsites gaat.
0 reacties